- uitdraaien
- {{uitdraaien}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ waar moet dat op uitdraaien? • comment cela va-t-il finir?het zal wel weer op niets uitdraaien • une fois de plus, ça ne va sûrement rien donnerII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door draaien uithalen] dévisser2 [uitdoen] éteindre3 [computer]imprimer♦voorbeelden:1 een schroef uitdraaien • desserrer une vis
Deens-Russisch woordenboek. 2015.